Brilique® ticagrelor

Brilique (ticagrelor) is een orale plaatjesaggregatieremmer voor de behandeling van acuut coronair syndroom (ACS) in een chemische klasse genaamd cyclopentyltriazolopyrimidines (CPTP's). Het is de eerste reversibel bindende, orale adenosinedifosfaat (ADP) receptorantagonist. Brilique is de enige P2Y12-blokker die goedgekeurd is voor bescherming van patiënten tegen herhaalde CV-voorvallen* in zowel de setting van acute als de langetermijnbehandeling.1,4,5

*Het samengestelde primaire eindpunt van de PLATO (1 jaar) en PEGASUS (maximaal 3 jaar) studies was het eerste optreden van CV-overlijden, MI of beroerte2,3

De Brilique 60mg verpakking wordt niet meer terugbetaald in België, maar blijft wel beschikbaar.

Voorschrijfinformatie

Dosering en wijze van toediening

De afbeelding geeft de oplaad- en onderhoudsdosis weer voor Brilique tot 12 maanden
De afbeelding geeft de oplaad- en onderhoudsdosis weer voor Brilique tot 12 maanden

*Hoog-risico patienten = STEMI of NSTEMI met additionele risicofactoren: minstens 65 jaar, diabetes mellitus op medicatie, meertakslijden (≥ 50% in minstens 2 coronairen), voorgeschiedenis van MI of chronisch nierlijden

§: Er zijn beperkte gegevens over de werkzaamheid en veiligheid van Brilique 60mg voor een behandeling van meer dan 3 jaar

Dosering
Patiënten die Brilique gebruiken, dienen ook dagelijks een onderhoudsdosering van 75-150 mg acetylsalicylzuur (ASA) te gebruiken, tenzij dit nadrukkelijk is gecontra-indiceerd.

Acuut coronair syndroom
De behandeling met Brilique dient gestart te worden met een eenmalige oplaaddosis van 180 mg (twee tabletten van 90 mg) en daarna te worden voortgezet met 90 mg, tweemaal daags. Bij patiënten met ACS wordt geadviseerd om de behandeling met Brilique 90 mg 12 maanden voort te zetten, tenzij een onderbreking van de therapie klinisch is geïndiceerd (zie rubriek 5.1 van de SKP).

Myocardinfarct in de voorgeschiedenis
Voor patiënten met een myocardinfarct in de voorgeschiedenis, ten minste 1 jaar geleden, en een hoog risico op een atherotrombotisch voorval (zie rubriek 5.1 van de SKP) is de aanbevolen dosering voor de voortgezette behandeling tweemaal daags 60 mg. De behandeling kan bij ACS-patiënten met een hoog risico op een atherotrombotisch voorval, zonder onderbrekingen worden gestart, direct volgend op de initiële behandeling van een jaar met Brilique 90 mg of een andere adenosinedifosfaat (ADP) receptorblokker. De behandeling mag ook worden gestart tot 2 jaar na het doorgemaakte myocardinfarct, of binnen 1 jaar nadat is gestopt is met een eerdere behandeling met een ADP-receptorblokker. Er zijn beperkte gegevens beschikbaar over de werkzaamheid en veiligheid van ticagrelor wanneer de voortgezette behandeling langer duurt dan 3 jaar.

Wanneer het nodig is om een patiënt om te zetten naar Brilique dan dient de eerste dosis Brilique 24 uur na de laatste dosis van een andere plaatjesaggregatieremmer te worden toegediend.

Gemiste dosis
Onderbrekingen in de behandeling dienen vermeden te worden. Patiënten die een dosis Brilique zijn vergeten, dienen slechts één tablet (de volgende dosis) te nemen op het eerstvolgende vaste tijdstip.

Bijzondere patiëntengroepen
Ouderen
Er is geen aangepaste dosering nodig bij ouderen (zie rubriek 5.2 van de SKP).

Verminderde nierfunctie
Er is geen aangepaste dosering nodig bij patiënten met een verminderde nierfunctie (zie rubriek 5.2 van de RCP).

Verminderde leverfunctie
Ticagrelor is niet onderzocht bij patiënten met een ernstig verminderde leverfunctie en het gebruik is daarom gecontra-indiceerd bij deze patiënten (zie rubriek 4.3 van de SKP). De beschikbare informatie over het gebruik bij patiënten met een matig verminderde leverfunctie is beperkt. Een aanpassing van de dosering wordt niet aanbevolen, maar ticagrelor dient met voorzichtigheid te worden gebruikt (zie rubriek 4.4 en 5.2 van de SKP). Er is geen aangepaste dosering nodig bij patiënten met een licht verminderde leverfunctie (zie rubriek 5.2 van de SKP).

Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van ticagrelor zijn niet vastgesteld bij kinderen onder de 18 jaar. Er zijn geen gegevens beschikbaar.

Wijze van toediening
Voor oraal gebruik. Brilique kan worden ingenomen met of zonder voedsel. Voor patiënten die de tablet(ten) niet in zijn (hun) geheel kunnen doorslikken, kunnen de tabletten verpulverd worden tot een fijn poeder. Dit poeder kan gemengd worden met een half glas water en moet direct worden opgedronken. Het glas moet gespoeld worden met nog een half glas water en de inhoud moet ook worden opgedronken. Het mengsel kan ook worden toegediend via een nasogastrische sonde (CH8 of groter). Het is belangrijk om de nasogastrische sonde na toediening van het mengsel door te spoelen met water.

Wie dient langer dan 12 maanden met BRILIQUE 60 mg te worden behandeld, wanneer dient te worden behandeld en waarom?

Afbeelding geeft aan wie, wanneer en waarom behandeld dient te worden
Afbeelding geeft aan wie, wanneer en waarom behandeld dient te worden