IMFINZI™ (durvalumab)
IMFINZI als monotherapie is geïndiceerd voor de behandeling van lokaal gevorderde, irresectabele niet-kleincellige longkanker (non-small-cell lung cancer - NSCLC) in volwassenen bij wie de tumoren PD-L1 tot expressie brengen op ≥ 1% van de tumorcellen en bij wie de ziekte geen progressie heeft vertoond na platinumbevattende chemotherapie met radiotherapie.
IMFINZI in combinatie met etoposide en carboplatine of cisplatine is geïndiceerd voor de eerstelijnsbehandeling van volwassenen met kleincellige longkanker in gevorderd stadium (extensive stage small cell lung cancer, ES-SCLC).
Voorschrijfinformatie
Therapeutische indicaties
- IMFINZI als monotherapie is geïndiceerd voor de behandeling van lokaal gevorderde, irresectabele niet-kleincellige longkanker (non-small-cell lung cancer - NSCLC) in volwassenen bij wie de tumoren PD-L1 tot expressie brengen op ≥ 1% van de tumorcellen en bij wie de ziekte geen progressie heeft vertoond na platinumbevattende chemotherapie met radiotherapie (zie rubriek 5.1 van de SKP).
- IMFINZI in combinatie met etoposide en carboplatine of cisplatine is geïndiceerd voor de eerstelijnsbehandeling van volwassenen met kleincellige longkanker in gevorderd stadium (extensive-stage small cell lung cancer, ES-SCLC).
Dosering en wijze van toediening
De behandeling moet worden gestart en gecontroleerd door een arts met ervaring in de behandeling van kanker.
PD-L1-onderzoek voor patiënten met lokaal gevorderde NSCLC
Patiënten met lokaal gevorderde NSCLC moeten geëvalueerd worden voor behandeling op basis van de tumorexpressie van PD-L1 bevestigd door een gevalideerde test (rubriek 5.1 van de SKP).
Dosering
De aanbevolen dosis voor IMFINZI-monotherapie en IMFINZI in combinatie met chemotherapie wordt getoond in Tabel 1. IMFINZI wordt toegediend als een intraveneuze infusie gedurende 1 uur.
Tabel 1. Aanbevolen dosis IMFINZI
Indicatie | Aanbevolen dosis IMFINZI | Duur van de behandeling |
lokaal gevorderde NSCLC | 10 mg/kg elke 2 weken of 1500 mg elke 4 wekena | Tot ziekteprogressie, onaanvaardbare toxiciteit of maximaal 12 maandenᵇ |
ES-SCLC | 1500 mgᶜ in combinatie met chemotherapieᵈ ᵉ elke 3 weken (21 dagen) gedurende 4-cycli, gevolgd door 1500 mg elke 4 weken als monotherapie | Tot ziekteprogressie of onaanvaardbare toxiciteit |
a Patiënten met een lichaamsgewicht van 30 kg of minder moeten dosering op basis van gewicht ontvangen equivalent aan 10 mg/kg IMFINZI elke 2 weken of 20 mg/kg elke 4 weken als monotherapie tot het gewicht ttoeneemt tot boven 30 kg.
b Het wordt aanbevolen om bij klinisch stabiele patiënten met initieel bewijs van ziekteprogressie door te gaan met de behandeling totdat ziekteprogressie is bevestigd.
c Patiënten met een lichaamsgewicht van 30 kg of minder moeten dosering op basis van gewicht ontvangen, equivalent aan 20 mg/kg IMFINZI in combinatie met chemotherapie elke 3 weken (21 dagen) gedurende 4 cycli, gevolgd door 20 mg/kg elke 4 weken als monotherapie tot het gewicht toeneemt tot boven 30 kg.
d IMFINZI voorafgaand aan chemotherapie toedienen, op dezelfde dag.
e Als IMFINZI wordt toegediend in combinatie met chemotherapie, raadpleeg dan de voorschrijfinformatie voor etoposide en carboplatine of cisplatine voor doseringsinformatie.
Dosisescalatie of -vermindering wordt niet aanbevolen. Tijdelijk of permanent stoppen met de dosis kan vereist zijn op basis van individuele veiligheid en verdraagbaarheid.
Richtlijnen voor de behandeling van immuungemedieerde bijwerkingen worden beschreven in tabel 2 (zie rubriek 4.4 van de SKP).
Deze richtlijnen zijn ook grafisch samengevat in de gids "Imfinzi in practice in 1L ES-SCLC & Stage III NSCLC" die u hier kan downloaden.
Tabel 2. Aanbevolen behandelingswijzigingen voor IMFINZI en behandelingsaanbevelingen
Bijwerkingen | Ernst a |
IMFINZI behandelingswijziging | Corticosteroïdebehandeling tenzij anders aangegeven |
Immuungemedieerde pneumonitis/interstitiële longziekte | Graad 2 | Stop tijdelijk | Start 1-2 mg/kg/dag prednison of equivalent gevolgd door afbouwen |
Graad 3 of 4 | Stop permanent | 1 tot 4 mg/kg/dag prednison of equivalent gevolgd door afbouwen | |
Immuungemedieerde hepatitis | Graad 2 met ALAT of ASAT > 3-5 x ULN en/of totaalbilirubine > 1,5-3 x ULN | Stop tijdelijk | Start 1-2 mg/kg/dag prednison of equivalent gevolgd door afbouwen |
Graad 3 met ASAT of ALAT > 5- ≤ 8 x ULN of totaalbilirubine > 3-5 x ULN | |||
Graad 3 met ASAT of ALAT > 8 x ULN of totaalbilirubine > 5 x ULN | Stop permanent | ||
Gelijktijdig ALAT of ASAT > 3 x ULN en totaalbilirubine > 2 x ULN zonder andere oorzaak | |||
Immuungemedieerde colitis of diarree | Graad 2 | Stop tijdelijk | Start 1-2 mg/kg/dag prednison of equivalent gevolgd door afbouwen |
Graad 3 of 4 | Stop permanent | ||
Immuungemedieerde hyperthyreoïdie | Graad 2-4 | Stop tijdelijk tot klinisch stabiel | Symptomatische behandeling, zie rubriek 4.8 van de SKP |
Immuungemedieerde hypothyreoïdie | Graad 2-4 | Geen wijzigingen | Start schildklierhormoonvervanging zoals klinisch geïndiceerd |
Immuungemedieerde bijnierinsufficiëntie of hypofysitis/hypopituïtarisme | Graad 2-4 | Stop tijdelijk tot klinisch stabiel | Start 1 tot 2 mg/kg/dag prednison of equivalent gevolgd door afbouwen en hormoonvervanging zoals klinisch geïndiceerd |
Immuungemedieerde diabetes mellitus type 1 | Graad 2-4 | Geen wijzigingen | Start behandeling met insuline zoals klinisch geïndiceerd |
Immuungemedieerde nefritis | Graad 2 met serumcreatinine > 1,5-3 x (ULN of baseline) | Stop tijdelijk | Start 1-2 mg/kg/dag prednison of equivalent gevolgd door afbouwen |
Graad 3 met serumcreatinine > 3 x baseline of > 3-6 x ULN; graad 4 met serumcreatinine > 6 x ULN | Stop permanent | ||
Immuungemedieerde huiduitslag of dermatitis (inclusief pemfigoïd) | Graad 2 gedurende > 1 week | Stop tijdelijk | Start 1-2 mg/kg/dag prednison of equivalent gevolgd door afbouwen |
Graad 3 | |||
Graad 4 | Stop permanent | ||
Immuungemedieerde myocarditis | Graad 2-4 | Stop permanent | Start 2 tot 4 mg/kg/dag prednison of equivalent gevolgd door afbouwen |
Immuungemedieerde myositis/polymyositis | Graad 2 of 3 | Stop tijdelijk | Start 1 tot 4 mg/kg/dag prednison of equivalent gevolgd door afbouwen |
Graad 4 | Stop permanentᶜ | ||
Infusiegerelateerde reacties | Graad 1 of 2 | Onderbreek of verlaag de infusiesnelheid | Overweeg eventueel premedicatie voor profylaxe van volgende infusiereacties |
Graad 3 of 4 | Stop permanent | ||
Infectie | Graad 3 of 4 | Stop tijdelijk tot klinisch stabiel | |
Andere immuungemedieerde bijwerkingen | Graad 3 | Stop tijdelijk | Overweeg aanvangsdosis van 1 mg/kg/dag tot 4 mg/kg/dag prednison of equivalent gevolgd door afbouwen |
Graad 4 | Stop permanentd |
a Algemene terminologiecriteria voor bijwerkingen, versie 4.03. ALAT: alanineaminotransferase; ASAT: aspartaataminotransferase; ULN: bovengrens van normaal.
b Indien geen verbetering binnen 3 tot 5 dagen ondanks corticosteroïden, start direct met aanvullende immunosuppressieve behandeling. Bij verbetering (graad 0) moet afbouwen van het corticosteroïd worden gestart en voortgezet gedurende ten minste een maand.
c Stop permanent met IMFINZI indien de bijwerking niet binnen 30 dagen verbetert tot ≤ graad 1 of als er tekenen zijn van respiratoire insufficiëntie.
d Voor myasthenia gravis: als zich tekenen van spierzwakte of ademhalingsinsufficiëntie voordoen, moet er permanen met IMFINZI worden gestopt.
Voor vermoede immuungemedieerde bijwerkingen moet adequate evaluatie worden uitgevoerd om de etiologie te bevestigen of andere etiologieën uit te sluiten. Overweeg het verhogen van de dosis corticosteroïden en/of het gebruik van aanvullende systemische immunosuppressiva als sprake is van verslechtering of geen verbetering. Bij verbetering tot ≤ graad 1, moet afbouwen van het corticosteroïd worden gestart en voortgezet gedurende ten minste een maand. Na het tijdelijk stoppen kan binnen 12 weken weer met IMFINZI worden begonnen als de bijwerkingen zijn verbeterd tot ≤ graad 1 en de dosis corticosteroïd is verlaagd tot ≤ 10 mg prednison of equivalent per dag. IMFINZI moet permanent gestopt worden bij terugkerende immuungemedieerde bijwerkingen van graad 3 of 4 (ernstig of levensbedreigend).
Voor niet-immuungemedieerde bijwerkingen, overweeg IMFINZI tijdelijk te stoppen voor bijwerkingen van graad 2 en 3 tot ≤ graad 1 of baseline. IMFINZI moet gestopt worden voor bijwerkingen van graad 4 (met de uitzondering van laboratoriumafwijkingen van graad 4, waarvoor het besluit om te stoppen gebaseerd moet worden op begeleidende klinische klachten/verschijnselen en klinische beoordeling).
Speciale populaties
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van IMFINZI bij kinderen en adolescenten onder 18 jaar zijn niet vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Ouderen
Er is geen dosisaanpassing nodig bij oudere patiënten (≥ 65 jaar) (zie rubriek 5.1 van de SKP). De gegevens over patiënten ouder dan 75 jaar zijn beperkt.
Nierinsufficiëntie
Dosisaanpassing van IMFINZI wordt niet aanbevolen bij patiënten met lichte of matige nierinsufficiëntie. De gegevens van patiënten met ernstige nierinsufficiëntie zijn te beperkt om conclusies te kunnen trekken over deze populatie (zie rubriek 5.2 van de SKP).
Leverinsufficiëntie
Gegevens van patiënten met matige en ernstige leverinsufficiëntie zijn beperkt. Als gevolg van geringe betrokkenheid van hepatische processen bij de klaring van durvalumab wordt geen dosisaanpassing van IMFINZI aanbevolen voor patiënten met leverinsufficiëntie, omdat geen verschil in blootstelling wordt verwacht (zie rubriek 5.2 van SKP).
Wijze van toediening
IMFINZI is bestemd voor intraveneus gebruik. Het moet worden toegediend als intraveneuze infusieoplossing gedurende 1 uur (zie rubriek 6.6 van de SKP).
Voor instructies over verdunning van het geneesmiddel voorafgaand aan toediening, zie rubriek 6.6 van de SKP.